-
1 geur maken
гл.перен. хвастать, щеголять (чем-л.) -
2 хвастать
v1) gener. bogen, geuren, opsnijden, snorken, snurken, stoffen, brallen, de boel opscheppen, grootdoen, het kwam zo in de praat te pas (veel) hebben, kouwe drukte maken, met spek schieten, snoeven2) liter. geur maken -
3 щеголять
v1) gener. banjeren, (iets) te koop dragen (чем-л.), een grote staat voeren, geuren, met (iets) te koolzwart lopen (чем-л.)2) liter. geur maken (чем-л.)
Перевод: со всех языков на русский
с русского на все языки- С русского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский